Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Stabiliseren bij complexe PTSS?

In het onderstaande artikel geeft de auteur een reactie op de eerder in GZ-psychologie (nr. 2, 2019) verschenen opinie 'Stabilisatie bij complexe PTSS?' van Gerben Beldman en Bas de Weerd. Dit artikel is online te lezen via: www.gzpsychologie.nl/magazine-artikelen/stabilisatie-bij-complexe-ptss Reageren heeft geen zin, dit is voorlopig de laatste opinie over dit onderwerp

Het artikel ‘Stabilisatie bij complexe PTSS?’ gaat over de vraag of stabilisatie onderdeel wel of geen onderdeel moet zijn van de behandeling. Deze discussie speelt al jaren, met name in Nederland, en dit heeft geleid tot forse tegenstellingen binnen het werkveld. Bij de analyse en conclusies van Beldman en De Weerd zijn mijns inziens een aantal kritische kanttekeningen te maken.1

De algemene richtlijn dat we het posttraumatische stresssyndroom (PTSS) goed kunnen behandelen met (imaginaire) exposure of EMDR wordt door niemand in twijfel getrokken. De discussie spitst zich toe op de verbijzondering van de zogenoemde complexe PTSS. Het ingewikkelde is dat complexe PTSS zich niet eenduidig laat onderscheiden van PTSS. Uit een aantal gedegen reviewskomt naar voren dat er veel overlap is met PTSS (volgens de definitie van Cloitreis PTSS zelfs een onderdeel van de CPTSS) en daarin wordt onder andere de conclusie getrokken dat er eerder sprake is van een continuüm, van enkelvoudige naar complexe PTSS.2,3,4 De uitbreiding van de definitie in de DSM 5 heeft dit vermoeden verder versterkt; daarin zijn veel van de kenmerken uit de voorgestelde CPTSS-classificatie overgenomen.

Daarmee is echter nog niet gezegd dat alle uitersten binnen dit continuüm dezelfde behandeling zouden kunnen ondergaan. Volgens de internationale richtlijn van de ISTSS (5) is bij de complexe PTSS-groep een fasegerichte behandeling aan te raden, op basis van de consensus van trauma-experts en enkele studies.5,6

Eerder onderzoek

Beldman en de Weerd stellen dat De Jongh e.a. en Bicanic hebben aangetoond

Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in