Voor hulpverleners is het zo belangrijk om hier oog voor te hebben. Ook als we zelf niet gelovig zijn, of misschien juist dan, is het belangrijk om religieuze overtuigingen niet te zien als een randverschijnsel of als ‘privézaak’, maar als iets dat fundamenteel kan bepalen hoe iemand betekenis geeft aan pijn, verlies en schuld. Als we willen aansluiten bij cliënten die wèl geloven, vraagt dat van ons dat we hun taal, hun beleving en hun worstelingen serieus nemen. Na het lezen van het artikel van Schaap-Jonker en Beldman heb ik er nog lang over nagedacht en er een mooi gesprek over gevoerd met mijn naaste. Het stemt me dankbaar dat ik verbonden ben aan een vakblad dat ruimte biedt aan zulke waardevolle artikelen – artikelen die niet alleen professioneel verrijken, maar soms ook heel persoonlijk kunnen raken.
Religie en rouw
Het was 1989. Mijn naaste familielid, een gereformeerde vrouw van in de veertig, verloor in dat jaar haar hoogzwangere halfzusje als gevolg van een niet ontdekte zwangerschapsvergiftiging. Ook haar ongeboren kindje redde het niet. Het bracht mijn naaste in een enorm dilemma. Ze was boos op God, die haar haar lieve halfzusje ontnam, samen met haar baby. Wat had zij gedaan om dit te verdienen? Haar halfzusje keek zo uit naar dit kindje, het was haar eerste zwangerschap en ze was al die tijd zielsgelukkig geweest met het ongeboren leven dat in haar groeide. Waarom moest ze dood? Tegelijkertijd voelde mijn naaste zich enorm schuldig over deze boosheid. Want boos zijn op God, dat mocht ze niet. Wie was zij om God te bekritiseren? Vanuit haar opvoeding was ze immers grootgebracht met het idee dat de dood van haar halfzusje en de baby Gods wil was en dat ze er vrede mee moest hebben. Maar dat lukte haar niet. Ze worstelde jarenlang in stilte met haar verdriet, haar schuldgevoel en haar boosheid – vooral omdat ze dacht dat die gevoelens niet mochten bestaan. Pas veel later, toen ze in een veilige setting haar verhaal durfde te delen, begon bij haar langzaam het besef te groeien dat haar pijn en boosheid geen tekenen van ongeloof waren, maar van menselijkheid.
Het mooie artikel van Schaap-Jonker en Beldman laat zien hoe diep religieuze overtuigingen kunnen doorwerken in de verwerking van trauma en hoe schuldgevoelens, godsbeelden en coping-strategieën sterk kunnen samenhangen; hoe iemand met een barmhartig godsbeeld troost en steun kan ervaren, terwijl een streng, oordelend godsbeeld juist ook extra lijden kan veroorzaken; en hoe bepaalde geloofsovertuigingen – bewust of onbewust – invloed hebben op hoe iemand zichzelf ziet, op wat hij of zij ‘mag’ voelen en op hoeveel ruimte er is voor rouw of boosheid.
Annemarie de Leng
hoofdredacteur