Zwangerschap en baby's: twee woorden die bij velen beelden oproepen van puur geluk; een roze wolk waarop kersverse ouders zweven, omringd door bewonderende blikken van familie en vrienden. Maar de realiteit is minder rooskleurig dan bijvoorbeeld Instagram aanstaande moeders wil doen geloven.
In de rubriek Bijzonder Specialisme vertelt dr. Veringa dat 33 procent van de zwangere vrouwen in Nederland kampt met hevige angsten. Ruim een derde worstelt met depressieve klachten. Net zo schokkend: 43 procent van de vrouwen ervaart hun bevalling als een trauma. Achter die cijfers gaan verhalen schuil van pijn, eenzaamheid, somberheid en het gevoel niet gehoord of gezien te worden.
Ik herinner me nog goed de stapels boeken en magazines die ik las toen ik zwanger was, nu zo’n dertig jaar geleden. Daarin werd een veel realistischer beeld gegeven van de (pijn van de) bevalling en de kraamtijd dan wat je nu op sociale media aantreft. Daarop worden veelal perfecte plaatjes gedeeld van stralende moeders met hun pasgeboren baby’s, een week na de bevalling al gezellig keuvelend op een terrasje met hun vriendinnen. Dit is voor de meeste vrouwen onhaalbaar. Vrouwen die worstelen met emoties als angst en somberheid voelen zich geïsoleerd en mislukt. De druk om aan het ideaalplaatje te voldoen is immens.
Ook verloskundigen en artsen worstelen hiermee. Als een bevalling niet volgens het boekje verloopt (en dat gebeurt veel vaker dan we zouden willen), is er meestal weinig tijd om de moeder met haar ideale geboorteplan rustig voor te bereiden op een ziekenhuisopname, knip, spoedkeizersnee, of wat er ook nodig is om de baby gezond ter wereld te krijgen. En daardoor voelen veel vrouwen zich achteraf niet gehoord. De maakbaarheidsgedachte sneuvelt hier keihard. En na de bevalling volgt er nog een lastige tijd: in het eerste jaar na de geboorte ontwikkelen veel vrouwen psychische problemen (zie artikel Behandeling met baby’s erbij), terwijl deze kwetsbare periode juist zo belangrijk is voor de hechting tussen moeder en kind.
Gelukkig bestaan er nu verschillende mooie behandelstrategieën om ouders in deze fase te helpen, zoals te lezen is in dit nummer van GZ-Psychologie. Wat de statistieken ons vooral leren, is dat we meer oog moeten krijgen voor de mentale gezondheid van de jonge moeder. In het belang van beide ouders én het kind.
Annemarie de Leng, hoofdredacteur