Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Weer zo’n oma!‘

In deze rubriek vertellen behandelaren over een bijzondere cliënt van wie zij iets geleerd hebben. Klinisch psycholoog Hetty Vromen vertelt over een achtjarige die weinig zin heeft in een gesprek over zijn trauma's.
© DigitalGenetics / stock.adobe.com
Nieuwsgierig lopen mijn collega en ik naar de wachtkamer voor het ophalen van de nieuwe cliënten. Het gaat deze keer om een moeder en een zoon van een jaar of 8. Er komt aardig wat herrie uit de wachtkamer. Dan is het opeens muisstil. Mijn collega en ik kijken elkaar aan: Wat gebeurt er?
De wachtkamer zit vol met vaders, moeders en wat meisjes, maar geen jongen van een jaar of acht te bekennen. Vragend kijken we rond. Een wat verhitte moeder vertelt dat haar zoontje zich verstopt heeft en niet tevoorschijn wil komen. Laten we die mogelijkheid nu ingebouwd hebben in de wachtkamer. Niet alle kinderen staan immers te springen om door onbekende volwassenen meegenomen te worden, om het te hebben over onderwerpen die meestal niet fijn zijn. Dus is er een hoekje onder de trap met wat zitzakken, een grote tafel waaronder een kind zich gemakkelijk kan verstoppen en een tussendeur waar het zich achter kan verschuilen.
De receptioniste heeft ongetwijfeld wel gezien waar de kleine man zijn heil is gaan zoeken, maar verraden zal ze hem niet. Zij is er vooral voor ‘Hè hallo, wat fijn dat je er bent, je komt toch wel weer terug, hè?‘ en andere aanmoedigende teksten om kinderen vooral naar ons terug te laten komen.
‘Er komt herrie uit de spreekkamer‘
Inmiddels stroomt de wachtkamer leeg, loopt moeder steeds roder aan en praten mijn collega en ik met haar wat over koetjes en kalfjes. We vragen ons hardop af waar de jongen zou kunnen zitten: tussen de boeken, onder het tapijt, tussen de lego, achter de puzzels en op andere onmogelijke plekjes. Uiteindelijk duikt er ineens schoorvoetend een jongetje uit het niets op dat vervolgens vol afkeer en luidkeels roept: ‘Jakkes, weer zo’n oma‘. Het kan niet anders dan dat hij mij bedoelt. Moeder verschiet van kleur en ik lig krom van het lachen, tranen rollen over mijn wangen. Deze intensiteit en oprechtheid had ik niet zien aankomen. Hij heeft overigens gewoon gelijk, dat laat ik hem ook weten. Het stelt hem gerust dat hij niet met mij meegaat, maar met mijn piepjonge collega-behandelaar. Moedig stapt hij de wereld in van de traumabehandeling, waarin gelukkig ook veel gespeeld mag worden.
GZ-psychologie is altijd geïnteresseerd in mooie artikelen. Stuur je idee/verhaal op naar: GZ-Psychologie@bsl.nl