‘Het is alsof je de Carmina Burana van Carl Orff (1895-1982) voortdurend op de achtergrond hoort,' vertelde een cliënt me ooit over zijn eerste weken zonder sigaretten.
‘Soms zacht, bijna onhoorbaar, maar dan zwelt het muziekstuk aan tot een dreunend fortissimo dat je hele hoofd vult.’ Die metafoor is me altijd bijgebleven, want het beschrijft precies wat ik jarenlang in de verslavingszorg heb ervaren: hoe mensen vechten tegen een symfonie van automatische processen die zich niet laat wegdenken.
Als psycholoog zag ik helaas regelmatig hoe cliënten vol goede moed een behandeling voltooiden, om maanden later ontmoedigd terug te keren. ‘Ik wist dat ik het niet moest doen,’ zeiden ze dan, ‘maar het gebeurde gewoon.’ Die kloof tussen kennis en handelen frustreerde hen enorm. Waarom lukte het niet om die mentale muziek stil te zetten?
Het interessante interview met Reinout Wiers (p. 18) biedt nieuwe antwoorden op deze vraag. Zijn onderzoek naar automatische processen laat zien dat verslaving geen kwestie is van een zwakke wil, maar van een brein dat geleerd heeft bepaalde prikkels te koppelen aan gebruik. Die Carmina Burana speelt omdat het brein geautomatiseerd reageert op situaties en emoties.
In Wiers’ ABC-training leren mensen om niet de muziek te onderdrukken, maar nieuwe melodieën te componeren. Een gestresste avond na het werk wordt niet langer automatisch gekoppeld aan een glas wijn, maar aan een wandeling die helpt bij het doel ‘ actief opa zijn’.
Deze aanpak sluit perfect aan bij wat we al doen in motiverende gesprekken en cognitieve gedragstherapie, en voegt er iets essentieels aan toe: het trainen van die automatische reacties die zich afspelen voordat het bewuste denken kan ingrijpen. Het is alsof je mensen leert de Carmina Burana niet te negeren, maar om er een andere, rustgevender soundtrack overheen te leggen.
De cliënt die de Carmina Burana-metafoor inbracht, rookt nu al drie jaar niet meer; niet omdat de muziek volledig uit zijn hoofd verdwenen is, maar omdat hij geleerd heeft er een andere betekenis aan te geven. Soms hoort hij nog de eerste noten van de Carmina Burana, zegt hij, maar dan denkt hij aan zijn kleinkinderen en zet een andere plaat op.
Annemarie de Leng, hoofdredacteur