Een ongedocumenteerde vluchteling die al lange tijd in Nederland verblijft heeft ernstige psychiatrische problemen. Betrokkene zwerft op straat, staat open voor een vrijwillige opname, maar het lukt niet om hem in een passende instelling te laten opnemen.
Een stichting die zich inzet voor hulp aan ongedocumenteerde vluchtelingen begint een kort geding tegen de Staat der Nederlanden, om de overheid te dwingen om de vluchteling op te nemen in Veldzicht, een gespecialiseerde instelling.
De voorzieningenrechter (die uitspraak doet in kortgedingzaken) stelt de stichting in het gelijk en verplicht de overheid om de betreffende vluchteling op te nemen in Veldzicht. De voorzieningenrechter overweegt hierbij: ‘Ook een ongedocumenteerde vreemdeling heeft in Nederland recht op noodzakelijke medische zorg, waaronder psychiatrische zorg. Niet in geschil is dat [eiser] lijdt aan een psychiatrische stoornis en dat hij als gevolg van zijn psychiatrische stoornis recent (weer) gevaar heeft veroorzaakt. Vaststaat immers dat er onlangs twee incidenten geweest zijn die evident gevaar voor derden hebben opgeleverd, terwijl zijn huidige verblijf onder een brug midden in de winter ook een direct gevaar voor hemzelf oplevert. Voor zover de Staat beoogt te stellen dat opname niet noodzakelijk is omdat het gevaar door de psychiater van Veldzicht – die eind november jl. een intake met [eiser] heeft gedaan – niet zwaar genoeg werd ingeschat, gaat de voorzieningenrechter daaraan voorbij. Nadien zijn er immers alweer twee ernstige incidenten geweest die de zorgen van ASKV over het thans nog aanwezige gevaar bevestigen.’
Ingewikkeld en weinig zorgvuldig
Hoewel het voor de betrokkene goed lijkt dat hij in een passende instelling opgenomen kan worden, is het de vraag of zijn rechtsbescherming hier op de lange termijn ook mee gediend is. Het is ingewikkeld dat de voorzieningenrechter zelf – tegen de inschatting