Voor de lopende serie over trauma en schuld schreven de auteurs voor dit nummer een artikel over schuldgevoel onder daders van misdrijven. In eerdere artikelen uit de serie Trauma en Schuld hadden we het vooral over slachtoffers van traumatische gebeurtenissen die zich (onterecht) schuldig voelen over de traumatische gebeurtenis. In dit artikel gaan we dieper in op de situatie waarin een cliënt daadwerkelijk schuldig is aan de traumatische gebeurtenis en er reden is om hem of haar daarvoor te behandelen.
Daders: beeldvorming en realiteit
In de beeldvorming wordt nogal eens verondersteld dat het bij daders van ernstige geweldsdelicten of van zedendelicten wel om egocentrische en gewetenloze personen moet gaan. De realiteit is anders. Bij veel daders is er sprake van een goed functionerend geweten en van het vermogen tot wederkerigheid. Anders gezegd: antisociaal gedrag komt (lang) niet altijd voort uit een antisociale persoonlijkheid.
Maar als er geen sprake is van een antisociale persoonlijkheid, wat ‘drijft’ mensen dan tot het plegen van ernstige gewelds- of zedendelicten? Het zelfregulatiemodel van Ward en Hudson biedt hiervoor een helder en helpend framework.1, 2
Het model is weliswaar toegespitst op seksueel delictgedrag, maar is ook bruikbaar bij beschouwing van andere vormen van delictgedrag. In dit model gaat men uit van drie zelfregulatiestijlen, te weten: 1) onderregulatie 2) verkeerde regulatie en 3) effectieve regulatie. Daarnaast maakt het model onderscheid tussen twee soorten doelen van gedrag, namelijk: 1) vermijdingsdoelen (geen delict willen plegen) en 2) toenaderingsdoelen (wel een delict willen plegen). De combinatie van zelfregulatiestijlen en doelen resulteert in vier zogenaamde delictroutes. De eerste route is de passief vermijdende route, waarbij iemand eerst geen delict beoogt te plegen, maar niet het vermogen heeft om adequaat met (negatieve) emoties of verlangens om te gaan (onderregulatie) en daardoor uiteindelijk toch een delict pleegt. De casus van Peter is een voorbeeld van deze delictroute. Plegers die een delict plegen volgens deze route hebben dikwijls een laag gevoel van eigenwaarde, hebben vaak het gevoel weinig regie te hebben over