Artificial Intelligence (AI) kan helpen bij verslaglegging, het uitvoeren van eenvoudige psychotherapeutische interventies en zelfs bij het allerbelangrijkste in iedere behandeling: mensen een luisterend oor bieden. Toch kan AI op basis van het huidige recht nooit een behandelingsovereenkomst aangaan.
In principe kan een medische behandeling uitsluitend plaatsvinden wanneer er sprake is van een behandelingsovereenkomst op basis van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarvoor is het een vereiste dat de patiënt een natuurlijke persoon is (de WGBO is bijvoorbeeld niet van toepassing op de werkzaamheden van de dierenarts). Aan de kant van de zorgverlening kan naast een natuurlijke persoon, ook een zogenaamde rechtspersoon (bijvoorbeeld een ziekenhuis, of een andere zorginstelling) de behandelingsovereenkomst met de patiënt aangaan.
Mens blijft verantwoordelijk
Hoe nuttig AI-toepassingen ook mogen zijn, AI is geen natuurlijk persoon of rechtspersoon, en kan dus ook geen behandelingsovereenkomst met de patiënt aangaan. Wat mij betreft is dit niet slechts een juridische wetenswaardigheid, maar een belangrijk gegeven waar iedere zorgverlener die met AI werkt, zich van bewust moet zijn. Immers, de zorgverlener die besluit AI in te zetten, is volledig verantwoordelijk voor alles wat het AI-systeem doet. Dat je als zorgverlener verantwoordelijk bent voor foutjes in de verslaglegging omdat je een AI-tool gebruikt hebt, is logisch. Maar dit betekent ook dat je de diagnostiek niet kan overlaten aan AI. Bijvoorbeeld: AI op basis van vragenlijsten en een automatische analyse van de anamnese een diagnose laten stellen (wat technisch gezien mogelijk is), is niet toegestaan onder de huidige WGBO. Uiteraard mag AI wel als hulpmiddel worden gebruikt, maar uiteindelijk mag een diagnose alleen worden gesteld op basis van een klinische redenering door een mens. Een (menselijke) behandelaar blijft te allen tijde ook zelf verantwoordelijk voor een eventuele inschatting van

