Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De opleideling als een kind van gescheiden ouders

Maartje Schoorl
Als opleider hoor ik hem regelmatig als ik lesgeef, de opmerking ‘Maar wat moeten we met die resultaten van wetenschappelijk onderzoek? In de praktijk kunnen we daar niets mee..’
Wie een psychologische BIG-opleiding volgt, is als een kind van gescheiden ouders; met ‘vader praktijk en moeder wetenschap’. Dit fenomeen ontstaat volgens mij onder andere door het gat tussen de master Psychologie en de post-masteropleiding tot gz-psycholoog. Dat is een gat in de tijd – tussen beide opleidingen bestaat nu een wachttijd van gemiddeld zeven jaar – maar ook in inhoud. Het kind krijgt van zijn Alma mater een academische basis mee, maar gaat in die zeven jaar wonen bij vader Praktijk. Overleg tussen beide ouders is er zelden, en het kind lost het loyaliteitsconflict vaak op door te kiezen voor de ouder bij wie het inwoont. Eenmaal in de BIG-opleiding, het kind is dan als het ware op kamers, komt tante hoofdopleider ineens in beeld; zij probeert alsnog het goede van vader en moeder samen te brengen. Maar dat leidt vaak tot frustratie bij het kind, dat zich senang voelt in de praktijk en moeder niet echt denkt te missen. Lastig ook om zo een evenwichtige beroepsidentiteit te ontwikkelen.
‘In de opleiding ligt de sleutel tot een succesvolle invoering van evidence-based behandelingen’
Gelukkig worden er nu al stappen genomen om het gat in tijd te dichten. Binnen het Programma APV van de Opleidingsraad ontwikkelen we op dit moment samen met alle betrokkenen bij de opleidingen een gedegen actieplan dat de komende jaren tot verbetering moet leiden: de aansluiting tussen de master en de gz-opleiding. Ook inhoudelijk wordt binnen en buiten het Programma APV volop gewerkt aan een betere verbinding tussen wetenschap en praktijk.

In de opleiding ligt voor mij de sleutel tot een succesvolle invoering van evidence-based behandelingen. Daar kunnen wetenschap en praktijk op natuurlijke wijze samenkomen. Via de opleiding kunnen resultaten van onderzoek worden geïmplementeerd. Andersom kunnen ervaringen met het toepassen van evidence-based interventies leiden tot nieuwe, klinisch relevante onderzoeksvragen; met natuurlijk als uiteindelijke doel om de kwaliteit van zorg voor onze patiënten te verbeteren.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1463-5/MediaObjects/41480_2023_1463_Fig1_HTML.jpg
Maartje Schoorl
is klinisch psycholoog en bijzonder hoogleraar Psychologische Beroepsopleidingen in de Geestelijke Gezondheidszorg, aan de Universiteit van Leiden.