De achtjarige Victor had een gewapende overval meegemaakt en last van angsten en nachtmerries. Of ik hem daarvan af kon helpen. Zijn ouders vertelden het verhaal en Victor zat er stilletjes bij.
Een paar weken geleden speelde Sanne, een vriendinnetje van Victor, bij hen thuis. Het was gezellig geweest en ’s avonds moest Victor zijn speelgoed opruimen. Zijn moeder hielp daarbij en zij vroeg hem waar toch die mooie schildpad was die hij voor zijn verjaardag had gekregen. Victor wist het niet en moeder doorzocht zijn hele kamer, maar zonder resultaat. Vader merkte op dat Sanne hem misschien had geleend. Victor zei nogmaals dat hij geen idee had waar de schildpad was. Moeder was inmiddels behoorlijk geïrriteerd en zij besloot naar Sanne toe te gaan om te vragen waar de schildpad was gebleven. Ze was ervan overtuigd dat Sanne de schildpad had gepikt. Bij de ouders van Sanne ontstond vervolgens een ruzie aan de voordeur, want Sanne had de schildpad niet, en onverrichter zake keerde moeder terug naar huis.
’s Avonds ging de bel en vader deed open. Er stond een gewapende man die een pistool op hem richtte: ‘Waar is dat rotjong?’. De man drong langs vader naar binnen, greep Victor en zette het pistool op zijn slaap. ‘Geef het toe, zeg dat Sanne jouw schildpad niet gestolen heeft!’, schreeuwde de man. Victor kon van schrik niks uitbrengen en begon te huilen. Er ontstond een worsteling en het lukte vader om de indringer
