Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Hoe een complexe traumatheorie een sterk verhaal bleek

Premium
De polyvagaal-theorie is een tot de verbeelding sprekende theorie over hoe ons autonome zenuwstelsel reageert op ingrijpende gebeurtenissen. Steeds meer behandelaars behandelen hun patiënten met polyvagale technieken, terwijl recent onderzoek laat zien dat de basale assumpties van de theorie niet kloppen.
Dat zenuwen een rol spelen bij hoe we ons voelen en gedragen in tijden van stress behoeft geen discussie. Regelmatig zie ik patiënten letterlijk bibberen van angst en nerveuze gevoelens zijn mijzelf ook niet vreemd. Toch moet er nog veel onderzoek worden gedaan voordat we goed begrijpen hoe onze hersenen, ons zenuwstelsel en andere organen samenhangen met ons psychisch functioneren in tijden van stress. In de wetenschap zijn daarover verschillende theorieën ontwikkeld, maar wetenschappelijke ideeën kunnen verworpen worden en dat geldt dus ook voor de populaire polyvagaal-theorie van de Amerikaanse neuropsycholoog Stephen Porges. Juist omdat deze theorie ook in behandelland aan terrein wint, leek het me nuttig om enkele kritische kanttekeningen bij de theorie uit te lichten.

Polyvagale therapie

De polyvagaal-theorie gaat over zenuwen, stress en trauma’s. De theorie stelt dat zoogdieren, zoals de mens, over een nieuw, sneller, slimmer en socialer zenuwstelsel beschikken dan – evolutionair veel oudere – reptielen. De eerste publicaties hierover dateren uit de vorige eeuw en sindsdien hebben Porges’ theoretische uitgangspunten geleidelijk hun weg gevonden naar de behandelpraktijk. Zo verscheen in 2020 het basisboek ‘De polyvagaal-theorie in therapie’, van maatschappelijk werker Deb Dana,1 en zijn er online inmiddels vele cursussen te vinden waarin behandelaars zich kunnen bijscholen in de polyvagaal-theorie (ook de
Premium

Wil je dit artikel lezen?


    Al abonnee? Log dan in

    3 REACTIES

    1. Prima om een theorie die niet klopt omdat assumpties ervan niet kloppen. Maar ik begrijp de conclusie niet dat er dan alleen zorgvuldig uitgevoerde richtlijnbehandelingen gestart zouden moeten worden. Het is namelijk de vraag of die niet ook op drijfzand zijn gebaseerd. De werkgeheugenbelastingtheorie is op z’n minst zwak. En EMDR is overigens een richtlijnbehandeling geworden omdat de effectiviteit van de techniek is aangetoond, niet omdat het verklaringsmodel zo sterk was.

    2. Lees alle reacties
    3. Ik stuitte op dit artikel via Linkedin.
      De oordelende titel (een sterk verhaal is immers qua definitie een ‘zeer onwaarschijnlijk verhaal’) van dit artikel vind ik erg jammer. In één zin wordt de polyvagaal theorie in zijn geheel afgeschreven. Dergelijke titels in de media, creëren stemming, blijven plakken bij mensen die de volledige inhoud niet lezen, niet bekend zijn met de literatuur. Dit wordt dan gedeeld en geliked, op basis waarvan? Ik ben blij dat dhr. Verkuil nog wel toevoegt: “Let wel, dat de evolutionaire (fylogenetische) en anatomische aspecten van de theorie niet kloppen (of niet geheel zou ik zeggen), wil niet zeggen dat de (psychologische) aspecten die de theorie verbindt aan de vagus (zoals veiligheid, verbondenheid en de rol van het lichaam bij onze reacties op ingrijpende gebeurtenissen) niet relevant zijn.” Tevens een gemis dat er in dit artikel behandel inhoudelijk niets aan de orde komt, behalve dat er sprake zou zijn van “zingen, bewegen, het afstemmen van aanrakingen tussen cliënt en therapeut”. Ik herken deze behandelinterventies niet in de opleiding van mw. Dana. Het roept bij mij op dat de schrijver niet bekend is met de behandelinhoud. Een gemiste kans.

      Ik ben het met de schrijver eens dat EMDR een zeer waardevolle behandelmethode is en dat deze niet moet plaats maken voor polyvagale interventies. Echter beide hebben zijn kracht. Ik denk dat EMDR gecombineerd met polyvagale behandelinterventies de effectiviteit van een behandeling en snelheid kunnen doen toenemen. Ik zou zeggen verdiep je in de literatuur en ga niet af op een titel als deze, of de beperkte inhoud van het artikel.

      Deb Dana is, net als Francine Shapiro dat was, een pionier. Wetenschappelijk onderzoek naar behandelmethodes en verklaringsmodellen is altijd een goed idee.

    4. Misschien zijn sommige aanvankelijke aannames van de PV theorie inmiddels als achterhaald beschouwd door de grondlegger zelf. Als dat voldoende reden zou zijn om een werkwijze of model als sterk verhaal af te doen, kan je je afvragen of de moderne geneeskunst nog steeds bestaansrecht zou moeten hebben. Maar dat terzijde.
      Ik ben benieuwd welke onderzoeksvragen de auteur Bart Verkuil – vanuit wetenschappelijke nieuwsgierigheid – zou willen stellen aan de PV theorie. Zit er wellicht een kern van waarheid en waarde in de behandelmethode? Zo ja, dan moet dat empirisch of wetenschappelijk vast te stellen zijn. Wie weet brengt dat ook dieper inzicht in trauma en ons limbisch systeem.