Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuws

krant

Patiënten met angststoornissen kunnen minder goed mentaliseren

Angst-, obsessieve-compulsieve en trauma-stressorgerelateerde stoornissen komen vaak voor, met een prevalentie van 21,1% in Europa. Onderzoek heeft laten zien dat het sociaal functioneren van patiënten met deze stoornissen ernstig beperkt is; zij ervaren meer stress en minder kwaliteit in relaties. Eén factor die het interpersoonlijk functioneren beïnvloedt, is het vermogen tot mentaliseren. Mentaliseren is een proces waarbij iemand de mentale toestand (o.a. gedachten en gevoelens) van zichzelf en een ander probeert te begrijpen, inclusief de interpersoonlijke en affectieve aspecten. Er is weinig bekend over het mentaliserend vermogen van mensen met bovengenoemde stoornissen. Ook is niet bekend of daarin verschillen bestaan tussen patiënten met deze verschillende stoornissen. Om meer inzicht te krijgen in het mentaliserend vermogen bij angst- en gerelateerde stoornissen deden Sloover e.a. een meta-analyse.1 Eén van de selectiecriteria voor hierin op te nemen studies, was dat daarin gebruik werd gemaakt van een gevalideerde mentalisatie-taak. In eerste instantie vonden de onderzoekers 2844 artikelen, waarvan uiteindelijk 26 studies met 1056 patiënten zijn geïncludeerd. De resultaten laten zien dat het mentaliseren bij patiënten met een angst- of gerelateerde stoornis beperkter is dan bij de controlegroepen. Dit gold zowel voor patiënten met angststoornissen, met name voor sociale angst, als voor patiënten met obsessief-compulsieve stoornis(sen) en trauma- en stressor gerelateerde stoornissen.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1440-z/MediaObjects/41480_2023_1440_Fig1_HTML.jpg
© christianchan / stock.adobe.com
Kortom, er zijn duidelijke aanwijzingen dat mensen met angstgerelateerde stoornissen minder goed mentaliseren. De auteurs wijzen erop dat mentaliseren een transdiagnostische factor kan zijn die bijdraagt aan het interpersoonlijk functioneren en aan het vermogen om steunende relaties op te bouwen.
BRON:
1. Sloover M. e.a. (2022). A meta-analysis of mentalizing in anxiety disorders, obsessive-compulsive and related disorders, and trauma and stressor related disorder. Journal of Anxiety Disorders, 92, 102641.

Online intensieve traumabehandeling werkt!

Intensieve traumabehandeling voor een post-traumatische stressstoornis (PTSS) en complexe PTSS is een haalbare, veilige en effectieve manier om (complexe) PTSS symptomen te verminderen, zelfs wanneer de behandeling kortdurend is en deze volledig op afstand plaatsvindt. Dit blijkt uit een recent onderzoek onder 73 patiënten met PTSS, van wie 33 (47,1%) met complexe PTSS.1 De behandeling, die plaatsvond gedurende vier achtereenvolgende dagen, bestond uit dagelijkse exposure (90 minuten), EMDR (90 minuten), zes uur fysieke activiteiten (tussen de behandelsessies in) en psychoeducatie (drie uur). Patiënten deden mee via een beveiligde videoverbinding, vanuit huis of vanuit een andere privacy-veilige locatie. Voor de behandeling vond er geen voorbereiding of stabilisatie plaats. De resultaten lieten een significante afname van PTSS symptomen zien, op zowel zelfrapportage als een interview. Dit hield ook na een follow-up periode van zes maanden stand. Na de behandeling voldeden 60 patiënten (82,2%) niet meer aan de diagnostische criteria voor PTSS. Het percentage patiënten dat voldeed aan de criteria van complexe PTSS daalde van 47,1% naar 10,1%. Er vielen geen deelnemers uit en er vonden geen incidenten plaats (zoals ernstig zelfbeschadigend gedrag of suïcide). Volgens de auteurs sluiten deze bevindingen aan bij eerdere studies, waaruit ook gebleken is dat online psychotherapie een bruikbaar, effectief en efficiënt behandelalternatief is. Hoewel deze manier van online intensieve traumabehandeling uit noodzaak is geboren – in de COVID-19 epidemie en lockdown – en het voor zowel de therapeuten als patiënten een nieuwe ervaring was, hebben de patiënten het programma goed beoordeeld.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1440-z/MediaObjects/41480_2023_1440_Fig2_HTML.jpg
© Yakobchuk Olena / stock.adobe.com
BRON:
1. Bongaerts H. e.a. (2022). Fully remote intensive trauma-focused treatment for PTSD and Complex PTSD. European Journal fo Psychotraumatology, 13(2), 2103287.

Aandacht voor leefstijl blijft belangrijk

Eind 2021 hebben 566 leden van het panel ‘Psychisch Gezien’ vragen beantwoord over hun leefstijl, o.a. over middelengebruik, beweging, dagbesteding, voeding en slapen.1 ‘Psychisch Gezien’, dat al bestaat sinds 2010, is een panel van- en voor mensen met aanhoudende, langdurige psychische aandoeningen (Trimbos instituut). Recent verschenen de uitkomsten van het leefstijlonderzoek in een factsheet. Hieruit valt op te maken dat panelleden procentueel minder alcohol drinken dan mensen in de algemene bevolking. Hun cannabisgebruik was vergelijkbaar met dat van mensen uit de algemene bevolking, maar de panelleden rookten wel iets meer en procentueel zaten er ook meer ex-rokers (49%) in de panelgroep dan in de algemene bevolking (34%). Verder viel op dat de panelleden vaker groente aten en dat zij minder bewogen; 37% van de panelleden bewoog minstens vijf dagen in de week minimaal dertig minuten matig intensief. Ook hebben panelleden – allemaal mensen met langdurige psychische aandoeningen – meer last van slaapproblemen (45%) dan andere mensen (22%). Kortom, de panelleden en de algemene bevolking houden er hele verschillende leefgewoonten op na. Belangrijkste conclusie: leefstijl is en blijft een belangrijk aandachtspunt in de ggz.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1440-z/MediaObjects/41480_2023_1440_Fig3_HTML.jpg
© Lana / stock.adobe.com
BRON:

Onderzoek ondernemerschap en burn-out

Het aantal mensen dat kampt met mentale problemen, zoals burn-out en stress, is hoger dan ooit. Kunnen we iets leren van ondernemers? Ondernemers worden vaak neergezet als helden én workaholics. Om hun bedrijf te runnen staan de meeste ondernemers altijd ‘aan’, ook buiten reguliere werktijden. Dat maakt het voor hen lastiger om tussendoor geestelijk bij te tanken. Anders dan je zou verwachten, lopen ondernemers gemiddeld echter minder risico op een burn-out dan werknemers in loondienst, zo blijkt uit een studie van UvA-hoogleraar Entrepreneurship Martin Obschonka en collega’s.1 Een half jaar lang volgden de onderzoekers hiervoor 348 ondernemers en 1.002 werknemers. Wat maakt dat ondernemers beter bestand zijn tegen burn-outs? ‘Het werk van ondernemers blijkt niet meer dagelijkse werkstressoren – zoals werkdruk, tijdsdruk en administratieve taken – op te leveren, maar juist minder in vergelijking met werk in loondienst’, vertelt Obschonka. ‘Bovendien biedt het ondernemerschap een hoge mate van persoonlijke werkautonomie. Dit alles leidt tot een positief psychologisch rendement op de forse investering die ondernemers doen door hun grote betrokkenheid bij het werk. Hierdoor krijgen zij door hun werk gemiddeld niet alleen meer energie en een positievere gemoedstoestand dan werknemers in loondienst; ze zijn ook gelukkiger en tevredener met hun werk. Gemiddeld bezien lijkt ondernemerschap mensen gelukkiger te maken.’ Vooral ondernemers met een eenmanszaak (zonder personeel) lopen minder risico op een burn-out. De onderzoeksresultaten zijn ook relevant voor werk in loondienst. Als daarin zou worden gekozen voor een meer ondernemende opzet, via intrapreneurship in grote organisaties, kan dat ook risico’s op burn-out verminderen.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1440-z/MediaObjects/41480_2023_1440_Fig4_HTML.jpg
© Odua Images / stock.adobe.com
BRON:
1. Obschonka M., e.a. (2023). Job Burnout and Work Engagement in Entrepreneurs: How the Psychological Utility of Entrepreneurship Drives Healthy Engagement.Journal of Business Venturing, 38,106272.