Verplichte gegevensverstrekking aan NZa
Het is de bedoeling dat de bekostiging van de ggz steeds beter wordt. Om dat te bereiken, wil de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zorgvraagtyperingsinformatie van zorgaanbieders gebruiken.
Een verplichting om die informatie aan te leveren, riep aanvankelijk veel weerstand op in het veld. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) schaarde zich achter de kritiek en gaf de NZa huiswerk. Dat huiswerk is gedaan en op het moment van schrijven heeft het er alle schijn van dat ggz-aanbieders informatie over de zorgvraagtypering moeten gaan aanleveren.
Wat vooraf ging
Zorgaanbieders zijn sinds 2022 verplicht om de zorgvraag van hun patiënten te typeren. Daarbij staat de zwaarte van de problematiek van de patiënt centraal. Dat is dus breder dan de hulpvraag, die beperkt is tot de klachten en problemen waar de patiënt daadwerkelijk hulp voor vraagt.
Op 7 oktober 2022 berichtte de AP aan de NZa dat ‘de doelstellingen van deze aanlevering onvoldoende welbepaald zijn, dat mede als gevolg daarvan de noodzaak niet kan worden vastgesteld en dat mogelijke alternatieven onvoldoende gemotiveerd zijn verworpen. Regeling en toelichting in de huidige vorm kunnen daarom naar het oordeel van de AP niet een grondslag bieden voor rechtmatige verwerking van de Honos+ gegevens’, aldus de AP. Voor de goede orde: het ging daarbij om de regeling die in de tweede helft van 2022 gold. De NZa heeft haar plannen inmiddels nader toegelicht en verder verduidelijkt waarom er geen beter alternatief voorhanden is.
Regeling 2023
Uiteindelijk heeft de AP ‘onder voorwaarden’ haar zegen gegeven aan
