Hoewel het geven van neuropsychologische feedback al geruime tijd geldt als aanbeveling, is onderzoek naar neurologische feedback pas in de afgelopen tien jaar op gang gekomen. Gruter en collega’s publiceerden daarom onlangs een review van studies naar de toegevoegde waarde van neuropsychologische feedback. Hierin geven zij een overzicht van de verschillende studies en doen zij aanbevelingen voor de klinische praktijk.
Bij aanvang stuitten de onderzoekers op 2173 op zichzelf staande studies naar neurologische feedback, waarvan ze er 41 hebben meegenomen in hun review. De onderzoekers keken naar verschillende thema’s, zoals naar kenmerken van de feedback, tevredenheid met het onderzoek, patiëntuitkomsten, aanbevelingen voor onderzoek en praktijk, informatievoorziening tijdens de feedback, en theorieën.
Ze ontdekten onder meer dat neuropsychologische feedback gegeven werd bij verschillende diagnoses, meestal face-to-face, en dat feedback gerelateerd is aan een positief effect bij de patiënt, bijvoorbeeld aan een verhoogde kwaliteit van leven. Ook verbetert feedback de therapeutrelatie.
De auteurs adviseren om de onderzoeksuitkomsten in een of meerdere afzonderlijke sessies terug te koppelen aan de patiënt, zodat de informatie beter kan beklijven. De mondelinge terugkoppeling kan worden aangevuld met geschreven informatie, al is de toegevoegde waarde hiervan nog niet onderzocht.
Bron: GZ-psychologie, Nieuw
Gerelateerde informatie
- De rol van neuropsychologie bij psychotherapie – Praktische toepassingen voor de klinische praktijk, Onder redactie van J.A.M. Vandemeulen, M.M.A. Derix, A. van Dijke
- Neuropsychologische casuïstiek – Verdiepingen en praktijkgerichte gevalsbeschrijvingen, Onder redactie van J.A.M. Vandemeulen, M.M.A. Derix