Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuws

krant

door: Valentijn Alting van Geausau & Heevy Betasi

Meer lezen om empatischer te worden?

Begin 2024 promoveerde taalwetenschapper Lynn Eekhof op een onderzoek naar de samenhang tussen het lezen van verhalen en sociaal-cognitieve vaardigheden. Sociaal-cognitieve vaardigheden zijn vaardigheden die we gebruiken om ons in te leven in anderen, zoals empathie en het ‘lezen’ van andermans gedachten.

© kerkezz / Stock.adobe.com
In het onderzoek van Eekhof lazen honderden proefpersonen allerlei verhalen en werd o.a. met een oogbewegingscamera gekeken hoe die verhalen gelezen werden en op welke manier dat samenhing met hun sociaalcognitieve vaardigheden. Er bleek sprake van een wederzijds versterkende relatie tussen sociale cognitie en verhalen.1 Dat wil zeggen: omdat we tijdens het lezen onze sociaal-cognitieve vaardigheden gebruiken, worden die steeds beter door regelmatig te lezen. Dat zorgt er vervolgens weer voor dat we ons tijdens het lezen beter en sneller kunnen inleven. Een belangrijke kanttekening: met het lezen van één verhaal kom je er niet. Sterker nog, het lezen van slechts één verhaal kan mogelijk juist een licht uitputtend effect hebben op ons sociaal-cognitieve vermogen. Eekhof omschrijft dit effect als een tijdelijke uitputting van dit vermogen, net zoals het trainen van de armspieren tijdelijk de armspieren kan uitputten. Echter, op lange termijn – bij het herhalen van de armspieroefeningen – worden onze armspieren hierdoor juist sterker. Op een soortgelijke manier heeft het regelmatig en langdurig lezen van verhalen ook een versterkend effect op onze sociale cognitie, zo denken de onderzoekers.
Het bovengenoemde effect is bij kinderen waarschijnlijk het grootst, gezien de ruimte die zij hebben om hun sociaal-cognitieve vaardigheden verder te ontwikkelen. Dit gegeven en de onderzoeksresultaten van Eekhof vormen samen de onderbouwing voor het belang van een duurzame leesgewoonte. Eind 2023 zijn de resultaten van het PISA-2022 onderzoek van de OESA gepubliceerd. Hieruit bleek dat met name de leesvaardigheid onder Nederlandse leerlingen fors gedaald is.2 In 2022 lag het niveau zelfs lager dan het internationale gemiddelde. Zouden we met de onderzoeksresultaten van Eekhof jongeren kunnen motiveren om vaker te lezen?
Bronnen:

Nieuwe richtlijn voor slaapproblemen

Slaap is een primaire behoefte en slaap is essentieel voor het dagelijks functioneren. Onderzoek heeft aangetoond dat een chronisch slaaptekort een negatief effect heeft op de kwaliteit van leven, academische prestaties, productiviteit op het werk, het risico op verkeersongevallen, prikkelbaarheid en dat het de slaperigheid overdag vergroot.1 Ook is bekend dat een chronisch slaaptekort schadelijk is voor onze fysieke- en mentale gezondheid. Zo is het een risicofactor voor hart- en vaatziekten, het chronisch pijnsyndroom, depressie, angst, diabetes, obesitas en astma.

© VectorMine / Stock.adobe.com
Eind 2022 is de SKILZ-richtlijn Gezonde Slaap en Slaapproblemen gepubliceerd. Het doel van deze richtlijn is om zorgprofessionals vanuit multidisciplinair perspectief handvatten te bieden bij het voorkomen, signaleren, in kaart brengen en behandelen van slaapproblemen bij volwassenen met een verstandelijke beperking en ouderen in de langdurige zorg.2 De richtlijn bestaat uit vijf inhoudelijke modules, elk voorzien van uitgangsvragen, aanbevelingen, onderbouwing en overwegingen. Onder het kopje ‘In de praktijk’ kan een overzichtelijke samenvattingskaart gevonden worden, handige links en hulpmiddelen zoals een stroomschema, slaapanamnese en overzicht van signalen die kunnen wijzen op een slaapprobleem. Kortom, met deze richtlijn wordt gepoogd de organisatie van goede slaapzorg te verbeteren, in samenwerking met patiënt en diens naasten.
Bronnen:
1. Kaur, H., e.a. (2023). Chronic Insomnia. In: StatPearls. StatPearls Publishing, Treasure Island (FL).

Hart- en vaatziekten door ADHD medicatie?

Onder de eerstekeusbehandelingen voor ADHD horen medicijnen zoals methylfenidaat en dexamfetamine, die steeds vaker worden voorgeschreven. De effectiviteit is veelvuldig bewezen, maar er zijn zorgen om hoe veilig de medicijnen zijn voor hart en bloedvaten. Vooral over de lange termijneffecten was tot op heden niets bekend. Onderzoekers van Zweedse universiteiten hebben nu in kaart gebracht wat het effect is van langdurige farmacotherapie voor ADHD op hart- en vaatziekten.1 Zij hebben een case-control studie gedaan en verzamelden daarvoor data van 278.027 Zweden die zijn gediagnosticeerd met ADHD en/of die ADHD-medicatie gebruiken. In totaal zijn 10.388 personen met hart- en vaatziekten geïdentificeerd en 51.672 controledeelnemers zonder hart- en vaatziekten. Een langere cumulatieve duur van het gebruik van ADHD medicatie werd geassocieerd met een verhoogd risico op hypertensie en arteriële ziekte. Gemeten over 14 jaar, verhoogde elk jaar dat ADHD medicatie werd gebruikt de kans op hart- en vaatziekten met 4 procent. De onderzoekers concluderen dat het belangrijk is om deze risico’s af te wegen tegen de voordelen wanneer er beslissingen worden gemaakt over het voorschrijven van medicatie voor ADHD. Ook zouden cardiovasculaire teken en symptomen moeten worden gemonitord gedurende de behandeling.

© Nataliia / Stock.adobe.com
Bron:1. Zhang, L., e.a. (2024). Attention-deficit/hyperactivity disorder medications and long-term risk of cardiovascular diseases. JAMA Psychiatry, 81(2), 178-187.

Depressie? De natuur in!

Het is goed voor ons welzijn om tijd door te brengen in de natuur, maar ondanks dat hiervoor ook steeds meer wetenschappelijk bewijs is, wordt hier in psychologische behandelingen voor depressie maar zelden intentioneel gebruik van gemaakt. Onderzoekers aan Finse universiteiten hebben in een multi-center randomized controlled trial onderzoek gedaan naar de effecten van een op natuur gebaseerde groepsbehandeling voor depressie.1 Hiervoor werden 136 deelnemers, die waren gediagnosticeerd met een depressieve stoornis, willekeurig toegewezen aan een natuurbehandeling of aan standaardzorg (controlegroep). Deelnemers in de natuurgroep kregen naast een reguliere behandeling nog 12 sessies therapie in een nabijgelegen natuurgebied. De experimentele behandeling volgde het zogeheten ‘Flow with Nature protocol’ en bestond uit wekelijkse sessies van 90 minuten. De resultaten van de behandelgroepen werden met elkaar vergeleken op depressieve symptomen, psychische stress, herstellende ervaringen (kalmte, fysiologische ontspanning, etc.) en de zelf-gerapporteerde mogelijkheid om te werken of studeren. Ook werd onderzocht of herstellende ervaringen mediërend zijn voor een mogelijke verandering in de depressieve klachten. De resultaten toonden aan dat beide behandelingen effectief waren in het verminderen van de gemeten klachten. Tegen de verwachtingen van de onderzoekers in werden er geen verschillen waargenomen tussen de natuurgroep en de controlegroep in de afname van depressieve klachten. De afname van psychische stress en de toename van herstellende ervaringen waren echter groter bij de deelnemers uit de natuurgroep. Bovendien rapporteerden deelnemers in de natuurgroep dat ze beter in staat waren om te werken of studeren. De natuursessies produceerden tevens herstellende ervaringen die mediërend waren voor de afname van depressie klachten. De onderzoekers concluderen dat een op de natuur gebaseerde behandeling een veilige en gunstige behandelvorm is wanneer het wordt toegevoegd aan reguliere behandeling voor depressie. Er moet echter nog meer vervolgonderzoek worden gedaan.

© Yurii / stock.adobe.com
Bron:
1. Hyvönen, K., e.a. (2023). Effects of nature-based intervention in the treatment of depression: A multi-center, randomized controlled trial. Journal of Environmental Psychology, 85, 101950.