tekst: Johan Faber
Motiverende Gespreksvoering (MVG) begon als een nieuwe methode bij problematisch drugs- en alcoholgebruik. Maar volgens gz-psycholoog Maarten Merkx, directeur Inhoudelijk Beleid bij HSK, kan het ook een waardevolle bijdrage leveren aan de behandeling van suïcidale cliënten.
De keuze tussen confrontatie en empathie is vaak niet eenvoudig – zoals iedereen met puberende kinderen kan beamen. Maar als het gaat om de behandeling van het zogenaamde ‘middelengebruik’ is het een uitgemaakte zaak, zegt psycholoog en psychotherapeut Maarten Merkx. Wil je als hulpverlener resultaten behalen, dan zul je in de eerste plaats empathie moeten tonen voor de cliënt – hoe moeilijk dat soms ook is.
‘Tot in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd er in de verslavingszorg met weinig respect gesproken met mensen die worstelden met het gebruik van middelen,’ zegt Merkx, zelf ook ooit actief in de verslavingszorg, en tegenwoordig directeur Inhoudelijk Beleid bij ggz-instelling HSK, onderdeel van de NL Mental Care Group. ‘Ze hadden geen ruggengraat, ze hadden een karakterstoornis, ze deugden niet als mens: dat was, kort door de bocht, de heersende gedachte. En daarom moest je ze als hulpverlener als het ware helemaal afbreken en weer opbouwen.’
Positief behandelresultaat
Als reactie op die – in de ogen van veel hulpverleners – weinig respectvolle bejegening werd de Motiverende Gespreksvoering (MVG) ontwikkeld. Merkx: ‘De grondgedachte is dat je een cliënt als mens accepteert, zonder dat je het gedrag accepteert. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat die gespreksmethode véél meer bijdraagt aan een positief behandelresultaat. En ook in bijvoorbeeld het forensische veld of bij medicatietrouw blijkt Motiverende Gespreksvoering heel goed te werken.’
Of het nu gaat om middelengebruik of suïcidaliteit, in de kern draait het om gedragsverandering, zegt Merkx. Bij suïcidaliteit gaat het om de interne worsteling tussen de wens om te leven en de doodswens. De cliënt is daar ten diepste ambivalent over – anders zou hij of zij waarschijnlijk niet in behandeling gaan. ‘Iemand twijfelt tussen veranderen en niet veranderen,’ aldus Merkx. ‘Dat zijn heel normale menselijke patronen, die iedereen zal herkennen. Het gaat van eenvoudige dilemma’s, bijvoorbeeld de keuze tussen sporten of een zak chips leegeten, tot heel ingrijpende zaken zoals suïcidaliteit. Motiverende Gesprekvoering richt zich op het oplossen van de ambivalentie die aan de basis ligt van elke keuze. Je probeert als behandelaar de cliënt uitspraken te ontlokken die gaan over veranderen. Uitspraken die gaan over niet veranderen valideer je wel, maar je gaat er verder niet op in. De achterliggende gedachte is dat de cliënt zichzelf motiveert, in plaats van dat iemand anders hem of haar ervan overtuigt dat verandering noodzakelijk of belangrijk is. Het is de cliënt die de motieven moet aandragen. Want waarom iemand zou moeten veranderen is uiteindelijk niet aan mij, als hulpverlener.’
Richtlijnen
Door de goede resultaten is Motiverende Gespreksvoering met name in de verslavingszorg inmiddels al heel lang een breed geaccepteerde methode. Maar volgens Merkx kan het ook bijdragen aan de behandeling van suïcidaliteit bij ggz-cliënten. ‘In de algemene richtlijnen voor de behandeling van suïcidaliteit staat al wat je moet doen als behandelaar: contact maken, respectvol met iemand omgaan, betrokkenheid tonen, iemand vrijuit laten praten, enzovoorts. Motiverende Gespreksvoering geeft richtlijnen voor hoe je dat kunt doen.’
Onderzoek laat zien dat mensen die suïcidaal zijn, of misschien al een keer poging hebben gedaan, zich vaak niet begrepen voelen door de hulpverlening. Terecht of niet, ze ervaren het contact met hulpverleners vaak als beschuldigend – weet je wel wat je een ander hebt aangedaan? ‘Met Motiverende Gespreksvoering probeer je zoveel mogelijk aan te sluiten bij de gevoelswereld van cliënten,’ zegt Merkx. ‘Natuurlijk wil je als behandelaar een positieve verandering, je wilt dat je cliënt in leven blijft, maar je neemt de verantwoordelijkheid daarvoor niet over – daarom kun je ook beter geen ongevraagde adviezen geven. Die benadering sluit aan bij de zogenaamde ‘common factors’, die in alle behandeltrajecten en alle therapieën bijdragen aan een positief behandelresultaat: niet alleen empathie, maar ook zaken als positive regard, samenwerking en doelgerichtheid.’
Overtuigen
In de ggz pas je toe waarvan de kans het grootst is dat het werkt, stelt Merkx. En hoewel er nog maar een paar wetenschappelijke studies zijn gedaan naar Motiverende Gespreksvoering bij suïcidaliteit, lijkt er ook daar een positief effect zichtbaar. ‘Op het moment dat een cliënt zelf gaat praten over verandering, doet dat iets met het zelfvertrouwen,’ verklaart Merkx. “Dan gaat hij er daadwerkelijk in geloven. Maar als ik de ander als hulpverlener probeer te overtuigen, is het effect vaak averechts; dan gaat de cliënt mij juist proberen te overtuigen van het tegendeel.”
Heel concreet kun je Motiverende Gespreksvoering ook zien als de kunde van het open vragen stellen. En dat kan iedereen gewoon leren, weet Merkx, die op 24 november een verdiepingssessie zal leiden over Motiverende Gespreksvoering bij suïcidaliteit tijdens het 2e Congres Acute Psychiatrie. ‘Bezoekers van het congres zullen in rollenspellen echt aan de bak moeten. Hoe voer je een goed gesprek? Het spreekt bijna voor zich dat je als behandelaar zoveel mogelijk open vragen moet stellen; vragen die beginnen met wie, wat, waar, hoe en waarom. Maar dat is zelfs voor getrainde professionals vaak niet makkelijk, want dan moet je echt goed nadenken over wat je zegt. Het is véél makkelijker om vooral gesloten vragen te stellen.’
Standaardvragen
Daarnaast helpt Merkx behandelaars bij het opbouwen van een repertoire van standaardvragen, die je altijd kunt stellen bij Motiverende Gespreksvoering. ‘Wat is er in de afgelopen week ten goede veranderd? bijvoorbeeld. Of: wat heb je tot nu toe van de behandeling geleerd? Als het goed is gaat de cliënt zichzelf er dan van overtuigen dat hij toch een aantal dingen uit de behandeling heeft toegepast, waardoor de motivatie weer groter wordt. Maar het zorgt er ook voor dat je als behandelaar beter luistert naar wat iemand zegt. Dat is prettiger voor mij, en hopelijk ook voor de cliënt.’