Ik had een nachtmerrie, ik was aandachtsfunctionaris bakstenen geworden. Hoe zou ik dat aanpakken? Ik droomde dat een inventarisatie van de ‘baksteenbeleving’ onder collega’s een mooi startpunt zou zijn. Zowel de beleving van bakstenen in de spreekkamers als die in de wachtruimtes en de hal zou ik daarin meenemen. Daar zou ik wel voldoende tekst uit kunnen trekken voor het op te leveren jaarverslag. In mijn droom had ik ook een plan voor het komende jaar: er moest een workshop komen rondom het thema ‘inspirerende bakstenen’. Ik moest vooral niet vergeten daarvoor nog een evaluatieformulier te ontwikkelen. Zwetend werd ik wakker.
Aandachtsfunctionaris bakstenen
Net als in andere sectoren hebben werknemers in de ggz dikwijls nog andere taken naast die waarvoor zij oorspronkelijk zijn aangesteld. Voor zo’n taak zijn zij dan aandachtsfunctionaris. Soms heeft de aandachtsfunctionaris een extra taak die nauw samenhangt met zijn primaire taak, bijvoorbeeld wanneer een therapeut tevens de wachtlijst beheert. Andere keren staat de extra taak los van de primaire taak. Aandachtsfunctionarissen beschikken meestal niet over speciale deskundigheden voor het uitvoeren van de extra taken. Wel zijn ook aandachtsfunctionarissen onderworpen aan de bureaucratie. In een jaarverslag of rapportage moet nu eenmaal verantwoording worden afgelegd voor het instellingsbeleid en dat heeft ook betrekking op de extra taken.
Sommige aandachtsfunctionarissen stemmen hun werkzaamheden af met degenen die tijdens hun dagelijkse werk te maken krijgen met hun aandachtsgebied. Van andere aandachtsfunctionarissen merk je nooit iets.
Binnen mijn organisatie werden op een goede dag skippyballen, hometrainers en schalen met vers fruit bezorgd. Ook werd via pamfletten in de trappenhuizen meegedeeld dat traplopen gezonder is dan verplaatsing per lift. Niemand begreep wat er aan de hand was. Blijkbaar was er een aandachtsfunctionaris ‘gezond in je werk’ actief, waarschijnlijk vanwege een naderende rapportagedeadline.
Deze weinig succesvolle campagne werd door velen als betuttelend ervaren; niemand had om skippyballen gevraagd en wie van vers fruit hield, nam dit wel zelf mee van huis. Al snel hadden medewerkers de eerste skippyballen laten leeglopen en deze in het magazijn opgeborgen; ze lagen vooral in de weg. Het ongevraagde fruit verlepte en moest worden weggegooid. De pamfletten in de trappenhuizen bleven nog lang hangen, maar niemand las ze. Een opstandige collega had teksten met een identieke lay-out opgehangen die juist aanspoorden om de lift te pakken en de trap links te laten liggen.
Kees Korrelboom
Emeritus prof. dr. Kees Korrelboom, klinisch psycholoog en psychotherapeut, werkte tot voor kort als behandelaar en onderzoeker bij PsyQ Angststoornissen. Hij is bijzonder hoogleraar bij Tilburg University, opleider, directeur van Westland Workshops en erelid van de VGCt.
‘Zwetend werd ik wakker’