Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Nieuws

krant

Ademhaling beïnvloedt ons brein

‘Adem in, adem uit…’, ‘Haal diep adem en tel tot tien’. Dat doorademen kalmerend kan werken bij stress is bekend, maar er is ook steeds meer aandacht voor de onderliggende neurale processen waarmee ademhaling de hersenen beïnvloedt. Door het samenvatten van de studieresultaten van meer dan twaalf beeldvormende studies met knaagdieren, apen en mensen, begrijpt professor Micah Allen van de Aarhus Universiteit meer over de invloed van ademhaling op het brein.1 Uit diens overzichtsartikel komt uit metingen van hersengolven naar voren dat het ademhalingsritme nauw verbonden is met hersenactiviteit en dat dit onze perceptie, emotie en aandacht beïnvloedt. Zo zijn we gevoeliger voor de buitenwereld wanneer we inademen dan wanneer we uitademen. Dit suggereert dat ademen meer functies heeft dan ons in leven houden en dat we met onze ademhaling daadwerkelijk onze stemming, cognities en gedrag kunnen beïnvloeden. De bevindingen zijn gebruikt voor de ontwikkeling van een nieuw computermodel dat verklaart hoe ademhaling de verwachtingen van de hersenen beïnvloedt. Op basis van dit model voorspellen de auteurs dat ademhaling een lange- termijneffect heeft op de connectiviteit en functies van het brein. Wat voor effect dat is, hangt af van verschillen in ademhalingsgedrag, zoals oppervlakkig ademen versus diep ademen; door de neus of mond ademen en snel of langzaam ademen. De auteurs denken dat langdurige observatie van ademhalingsgedrag ons nieuwe inzichten kan geven in de relatie tussen ademhaling en gezondheid en dat dit mogelijkheden biedt voor behandelingen die gericht zijn op de ademhaling, zeker bij psychische stoornissen. De onderzoekers pleiten voor meer onderzoek.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1452-8/MediaObjects/41480_2023_1452_Fig1_HTML.jpg
© mavoimages/Stock.adobe.com
Bron:
1. Allen, M., e.a. (2022). Respiratory rhythms of the predictive mind. Psychological Review.

Eetstoornissen en e-health

Mensen met een eetstoornis hebben baat bij e-health, zo blijkt uit een onderzoek van promovendus en psycholoog Pieter Rohrbach, bij GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula.1 Aangezien een eetstoornis zich geleidelijk ontwikkelt en het vaak lang duurt voordat iemand daarvoor hulp zoekt en een behandeling krijgt, kunnen online interventies uitkomst bieden. E-health is laagdrempelig en kan anoniem vrijwel altijd en overal kostenefficiënt worden ingezet. In de studie zijn drie online interventies getest die helpend kunnen zijn voor mensen met een eetstoornis: 1) het online zelfhulpprogramma Featback; 2) chatten en/of mailen met een ervaringsdeskundige; 3) een combinatie van deze twee online interventies. De testgroep bestond uit 355 personen die gemiddeld tien jaar last hadden van eetproblemen, van wie 43% eerder nog nooit een eetstoornisbehandeling had gehad.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1452-8/MediaObjects/41480_2023_1452_Fig2_HTML.jpg
© Daisy Daisy/Stock.adobe.com
Hoewel alle interventies uiteindelijk even effectief bleken in het verminderen van de eetstoornissymptomen, hadden de deelnemers een voorkeur voor de tweede interventie, namelijk chatten en/of mailen met een ervaringsdeskundige. Tot slot is onderzocht of de interventies op de lange termijn een gunstig effect hebben op de zorgkosten en levenskwaliteit van mensen. Het online zelfhulpprogramma Featback bleek het meest kostenefficiënt. Het onderzoek laat zien dat e-health niet alleen helpend is voor mensen met een eetstoornis, maar dat inzetten op e-health ook de zorgkosten kan verlagen.
Bron:

Intensieve traumabehandeling bij PTSS en BPS

Ongeveer de helft van de mensen met een posttraumatische stress stoornis (PTSS) voldoet aan de criteria van minstens één persoonlijkheidsstoornis, meestal de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS). PTSS en BPS lijken overlap te hebben, maar de behandelrichtlijnen voor beide stoornissen verschillen significant. Hierdoor zouden patiënten met PTSS en (comorbide) BPS soms geen of onvoldoende een traumagefocuste behandeling krijgen. In hun studie onderzoeken Kolthof e.a.1 het effect van een korte, intensieve traumagerichte behandeling op de ernst van PTSS en BPS, bij individuen voor wie beide classificaties zijn vastgesteld. Bj hen is de ernst van de klachten vooraf, achteraf en 6 en 12 maanden na de behandeling uitgevraagd. De classificaties zijn vooraf en 12 maanden na afloop van de behandeling vastgesteld. De behandeling bestond uit een intensief 8-daags behandelprogramma met trauma als focus, waarbij langdurige exposure en EMDR-therapie zijn gecombineerd in een klinische behandelsetting. In totaal hebben 45 patiënten deelgenomen aan de studie, waarvan 60% vrouw, met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar. 93,3% van de deelnemers had ooit te maken gehad met fysieke mishandeling en 71,1% met seksueel misbruik (voor het 12e levensjaar). Gedurende de behandeling daalden de ernst van de PTSS- en BPS-klachten significant, wat zo bleef tot 6 en 12 maanden na de behandeling. Twaalf maanden later voldeed 69,2% van de deelnemers niet langer aan de PTSS-criteria en 73,1% niet langer aan de BPS-criteria. Slechts twee deelnemers zijn uitgevallen en er is geen negatief effect van de behandeling opgemerkt, en evenmin een significante symptoomverslechtering. Kortom, deze studie laat zien dat een kortdurende, intensieve traumagerichte behandeling meerwaarde kan hebben voor mensen met een PTSS en BPS, en dat er ook bij een BPS geen reden is om een wetenschappelijk bewezen traumagerichte behandeling uit de weg te gaan.
Bron:

#nietjouwschuld

Kinderen voorlichting geven over (seksueel) misbruik kan op verschillende manieren. Helpende boodschappen over seksueel misbruik zijn daarbij onder andere: ‘Het is niet jouw schuld’; ‘Je lijf is van jou, dus niemand mag op een manier aan jou zitten die voor jou niet oké is’; en ‘Je kunt hulp krijgen, je bent niet alleen’. Meer informatie hierover is terug te vinden op de website van Centrum seksueel geweld.1 Psychoeducatie over seksueel misbruik kan ook via de televisie worden gegeven. Het Centrum seksueel geweld heeft daarvoor onlangs meegewerkt aan twee televisieproducties: ‘Je lijf is van jou’, een uitzending van het Klokhuis,2 en de serie ‘Er zijn grenzen’, van ZAPP/NTR.3 Behandelaars kunnen deze producties ook in de spreekkamer gebruiken, bijvoorbeeld door die samen met kinderen te kijken en te bespreken.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41480-023-1452-8/MediaObjects/41480_2023_1452_Fig3_HTML.jpg
© dhtgstockphoto/Stock.adobe.com
BRONNEN:
3. Er zijn grenzen. NTR. www.​zapp.​nl