In het akkoord staan goede maatregelen, maar een aantal afspraken zet het recht van patiënten en burgers onder druk. Zo wordt de vrije keuze voor een behandelaar ingeperkt en worden onvoldoende garanties ingebouwd voor de bescherming van persoonsgegevens van cliënten en naasten. Ook is de financiering van de inzet van ervaringsdeskundigen onvoldoende geregeld en is de inbreng van gemeenten en het sociale domein nog onzeker. De Algemene Ledenvergadering van MIND heeft op dinsdag 6 september unaniem besloten het Integraal Zorgakkoord niet te ondertekenen.
Smalle kijk op zorg
Het IZA is een uitvloeisel van de afspraken uit het regeerakkoord en betreft alleen de zorg die valt onder de Zorgverzekeringswet. MIND vindt deze beperking jammer, omdat mensen met psychische problemen ook gebruik maken van zorg en ondersteuning uit andere kaders zoals de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de Wet Langdurige Zorg en de Jeugdwet. Wat ons betreft is het IZA dus geen integraal akkoord. Ondanks dit smalle kader is MIND dit voorjaar aangeschoven bij de IZA-onderhandelingstafel vanuit het belang van alle mensen met psychische aandoeningen. MIND heeft onder andere oplossingen aangedragen voor de lange wachtlijsten in de ggz, een gelijke toegang tot de zorg voor iedereen en meer tijd en aandacht voor de patiënt. MIND-directeur Marjan ter Avest: “Veel van de door MIND ingebrachte punten zijn in het zorgakkoord opgenomen. Zo wordt geïnvesteerd in preventie en maatschappelijk herstel bij psychische aandoeningen en wordt de positie van de patiënt versterkt, ook in de regio. Daar is onze achterban heel blij mee. MIND zal de komende jaren constructief samenwerken met het veld om deze ambities vorm te geven”.
Kom niet aan de vrije artsenkeuze
Enkele punten in het akkoord komen echter niet overeen met de principiële uitgangspunten van MIND. Begin juli stuurde MIND al een brief aan minister Helder waarin werd gewezen op het recht op gelijke toegang tot zorg, de zogenoemde vrije artsenkeuze; dit is een recht waar wat MIND betreft niet aan getornd wordt. Helaas wordt op basis van de afspraken in het IZA de ongecontracteerde zorg nog maar beperkt vergoed. Dit kan leiden tot tweedeling in de samenleving. Want mensen met een lager inkomen kiezen vaak voor een goedkopere naturapolis; zij krijgen alleen de gecontracteerde zorg geheel vergoed en niet een ongecontracteerde behandelaar naar keuze. Dat is juist bij psychische problemen ongunstig, omdat de klik met de therapeut in belangrijke mate bepalend is voor het behandelresultaat. Ook zijn we bezorgd voor de gevolgen voor zelfstandig gevestigde behandelaars. Juist deze kleinschalige praktijken bieden zorg op maat, dicht bij de leefomgeving van patiënten en hun naasten; indien zij niet gecontracteerd worden komt hun voortbestaan onder druk te staan.
Bescherming persoonsgegevens is heilig
MIND had gehoopt dat het IZA de behoeften en tevredenheid van patiënten en het werkplezier van zorgverleners centraal zou stellen. Wij constateren echter dat de focus van het akkoord ligt op marktwerking, kostenbeheersing en effectiviteit van de zorg. Daarnaast constateert MIND dat het IZA onvoldoende garanties inbouwt voor de bescherming van persoonsgegevens. De secundaire doelen waarvoor gegevens van cliënten en naasten mogen worden gebruikt zijn volgens de achterban van MIND onvoldoende afgebakend. Patiënten die gebruik maken van de zorg, zouden altijd moeten kunnen vertrouwen op de bescherming van hun privacy. Zij moeten vooraf worden gevraagd om toestemming of hun gegevens mogen worden gebruikt voor secundaire doelen zoals onderzoek, kwaliteitsmetingen en databanken. Dit wordt in het IZA onvoldoende afgedekt. Hier kan de achterban van MIND in geen geval mee akkoord gaan.
Ook positieve resultaten
MIND is ook positief over afspraken in het IZA. Op diverse punten is de inbreng van MIND in het akkoord opgenomen. Zo komt meer geld voor patiëntenorganisaties, e-communities voor lotgenotencontact en regionale herstelcentra. Ook staat in het IZA benoemd dat patiënten en ervaringsdeskundigen in de regio aan tafel zitten en een rol krijgen bij de transformatie van de zorg. MIND is verheugd met deze positionering en erkenning van patiënten- en naastenorganisaties. Ook zijn er afspraken gemaakt over het tijdig publiceren van de zorgcontractering door zorgverzekeraars en zorgaanbieders, zodat burgers dit inzicht jaarlijks kunnen gebruiken bij hun keuze voor een zorgverzekering. Het zorgakkoord spreekt ook hoge ambities uit rond het terugdringen van de wachttijden en verlaagt de zogenoemde ‘Treeknormen’ van de huidige 14 weken naar 5 weken. Dit vindt MIND een goede ontwikkeling en de organisatie verwacht dat zorgverzekeraars en aanbieders met spoed aan de slag gaan om dit ambitieuze doel te bereiken.
Bron: persbericht MIND