Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Veel mislukte stoppogingen antidepressiva, begeleiding bij afbouwen niet optimaal

Het is fijn dat antidepressiva bestaan, maar er kleven ook bezwaren aan dit soort medicijnen. Want al zijn antidepressiva officieel niet verslavend, het kan toch lastig zijn om ermee te stoppen. Van alle ruim 3600 mensen met ervaring met SSRI- en SNRI-antidepressiva, soorten die vaak door artsen worden voorgeschreven, heeft 42 procent weleens een mislukte stoppoging ondernomen. Bij bijna een kwart lukt het stoppen niet vanwege ontwenningsverschijnselen: klachten die je krijgt doordat je (met te grote stappen) stopt met antidepressiva.
anti depressiva

Van de groep die het nu gebruikt, zou ruim een derde willen stoppen. De redenen om te willen stoppen zijn divers. De meest genoemde reden, door mensen die willen stoppen of gestopt zijn, is dat zij liever minder medicatie gebruiken. Dit is de top 5:

Top 5 redenen om te willen stoppen met antidepressiva

1. Liever minder medicatie gebruiken (51%)“Gebruik inmiddels bijna 2 jaar medicatie, vind ik wel lang genoeg.”

2. Afgevlakte emoties (33%)“Ik leek wel een “zombie”, alles ging langs mij heen.”

3. Bijwerkingen (28%)“Iets onthouden of concentreren, dat ging niet meer. Voelde alsof ik dementeerde.”

4. De oorspronkelijke klacht is verholpen (22%)“Na een jaar van intensieve therapie heb ik geleerd om om te gaan met mijn emotie en in de praktijk gaat het super. Daardoor in overleg aan het minderen. Begonnen met 60mg nu 20mg.”

5. Het werkte onvoldoende (16%)“Kwam bij psychiater die test deed en medicatie bleek niets te doen”

Bijwerkingen van antidepressiva

In de open antwoorden komen veel voorbeelden van bijwerkingen voorbij. Zo worden gewichtstoename, vermoeidheid, minder zin in seks, agressieve buien en zelfmoordneigingen genoemd. Een nabestaande geeft zelfs aan dat antidepressivum Seroxat geleid heeft tot een geslaagde suïcide. Mensen zeggen zichzelf niet meer te herkennen, sommigen laten weten dat ook de omgeving verschil merkte: “Mijn partner werd gek van mijn gedrag met de medicatie.”

Sommige mensen geven aan niet afhankelijk te willen zijn: “Als ik het een keer was vergeten kreeg ik heel heftige afkickverschijnselen”, schrijft iemand. Weer iemand anders geeft aan in paniek te raken als ze bijna op waren.

“Ik veroorzaakte bijna een groot ongeluk, het deed me niets”

“Ik veroorzaakte bijna een ongeluk waarbij 2 trams (!) een auto en wat voetgangers betrokken waren, en het deed me niets. Maar dat het me niets deed, dat viel me wel op, en dat vond ik zo eng dat ik besloot te stoppen. De medicatie haalde ook de directe oorzaak van depressie niet weg – iets dat ik ook altijd kolder heb gevonden. Het heeft me altijd beter geleken de oorzaak aan te pakken, niet het symptoom.”

– Deelnemer aan het onderzoek

Verkeerde diagnose

Meerdere mensen geven aan dat ze met de antidepressiva stopten doordat bleek dat ze werden voorgeschreven op basis van een verkeerde diagnose: “Ze dachten dat ik een depressie had maar het was een schildklierafwijking”, schrijft iemand. Sommigen werden ten onrechte door hun huisarts gediagnosticeerd als depressief: “De psycholoog was het niet eens met de diagnose “depressie”. Het was een burn-out. Niet zo gek dus, dat de medicijnen niets hielpen.”

Vaak voorgeschreven door de huisarts

Ondanks dat het zware medicijnen zijn, worden antidepressiva vaak door de huisarts voorgeschreven. Van de ruim 3600 respondenten geeft zelfs een meerderheid van 57% aan dat zij de medicatie via de huisarts voorgeschreven kregen, tegenover 42 procent waarbij een psychiater het voorschreef.

Uit het Radar Panel-onderzoek blijkt dat over stoppen met antidepressiva niet altijd goed wordt voorgelicht. Bij het voorschrijven worden mensen vaker niet (52%) dan wel voorgelicht over mogelijke problemen bij het afbouwen van de medicatie. De psychiater begint hier nog minder vaak over dan de huisarts. Ruim een kwart werd niet gewaarschuwd dat zij, wanneer ze willen afbouwen, dit het beste kunnen overleggen met de arts. Terwijl begeleiding de kans dat een stoppoging slaagt kan vergroten.

Missende informatie bij afbouwen

Om de kans te vergroten dat een stoppoging lukt, moet de begeleiding ervan wel voldoende zijn. Er bestaan geen officiële regels voor behandelend artsen, maar er zijn wel onofficiële richtlijnen. En daaraan wordt niet altijd voldaan, blijkt. Zo legde de behandelend arts in bijna de helft van de gevallen (46%) niet uit wat het verschil is tussen ontwenningsverschijnselen en een terugval. Terwijl stoppogingen daar juist vaak op vastlopen: 63 procent van alle respondenten die weleens een stoppoging hebben ondernomen, kreeg te maken met ontwenningsverschijnselen. Van alle klachten tijdens het afbouwen worden psychische klachten het meest genoemd:

Klachten bij afbouwen antidepressiva

  • Psychische klachten (geen terugval) (37%)
  • Slaapproblemen (22%)
  • Problemen met bewegen/evenwicht (18%)
  • Griepachtige klachten (16%)
  • Problemen met zintuigen (14%)
  • Maag-/darmproblemen (11%)

Bovendien doen mensen lang over het afbouwen. Terwijl de onofficiële richtlijnen een afbouwplan beschrijven van 2 tot 10 weken, is 17 procent van de respondenten langer dan een half jaar bezig met afbouwen, als het al lukt.

Doorslikken lijkt de norm

Wat ook blijkt uit het panelonderzoek, is dat artsen vaak niet degenen zijn die de aanzet geven om te stoppen met antidepressiva. Zo blijven herhaalrecepten bij een meerderheid (59%) automatisch komen, dus zonder dat ze door de arts worden beoordeeld. Maar liefst 87 procent van alle respondenten die weleens probeerden te stoppen, deed dat op eigen initiatief. Bij 8 procent kwam het initiatief van de huisarts, bij slechts 4 procent van de psychiater.

Meer over de begeleiding bij stoppen met antidepressiva kun je terugkijken in de uitzending van Radar op maandag 12 februari.

Bron: Radar